archives

Archief voor

Poem of a catholic boy


Plof, klamme voetjes dalen neer op het koude zeil,

Het bed was zo beschermend en warm,

Langzaam schuifelt hij richting de wc,

De zaal is donker en verzadigd van snurkgeluiden,

Af en toe hoort hij een zacht gesnik, gedempt door een kussen,

Schimmen van wuivende bomen dansen op de vloer,

Het licht in de toilet is uit, hij is gewend om alles op de tast te doen,

Na de kleine boodschap schuifelt hij wederom door de slaapzaal,

Een onaangenaam gevoel besluipt hem, alsof iemand hem volgt,

Hij draait zich om, maar ziet niets ongewoons,

Daar is alweer het schot waarachter zijn bedje staat,

Nog steeds zijn snurkgeluiden hoorbaar maar nu geen gesnik,

Vreemd, denkt hij, maar zijn kinderlijke onschuld  overheerst,

Daar is zijn bed, veilig en warm, hij snakt naar de slaap,

Dan een schok, een hand op zijn schouder, kil en liefdeloos,

Hij draait zich om, wat hij ziet is zwart, van top tot teen,

Woest schopt en slaat hij om zich heen, hij is niet bang,

De zwarte jurk verdwijnt weer, als een dief in de nacht,

Snel in bed, de dekens stevig over zich heen,

Maar zelfs door de dekens heen hoort hij weer zacht geween.

Edje en Etje


Versuft deed hij z’n ogen open terwijl een zonnestraaltje probeerde door de gordijnen heen te dringen. Zijn blik was gericht op het plafond, een plafond dat er uitzag zoals de meeste. Er hing een typische lucht in de kamer, een aroma van diverse luchtjes maar hij kon het nog niet goed bevatten.

Of toch wel, het was een mengsel dat hij ook op zijn smaakpappillen proefde: parfum, sigaretten, wijn, whisky, geen van allen hinderlijk aanwezig maar wel overduidelijk doorgedrongen tot zijn zintuigen. Zijn hoofd voelde zwaar aan en hij snakte naar koffie en een sigaret. En dan die droge mond, zijn tong leek aan zijn verhemelte vastgeplakt.

Hij schrok, zijn hart bonsde in zijn keel……waar was hij? Hij durfde geeneens te kijken, waar was hij beland? Vaag kwamen er wel allerlei beelden naar boven, maar zijn geest was nog te wazig om er een betekenis aan te geven. Heel voorzichtig keek hij naar links en zijn oog viel op een donkere en weelderige haardos. Hij herkende dat haar, maar waarvan dan eigenlijk. Het was overduidelijk het haar van een vrouw en haar rug lag dicht tegen hem aangedrukt. Alsof ze zich veilig en geborgen wilde voelen tegen zijn lichaam. Maar ook hij voelde zich warm en behaaglijk. Dit moest wel een kanjer zijn! Zijn bewustzijn kwam met vlagen terug, zeker toen hij een bepaalde druk op zijn borst bemerkte. Hij herkende die druk enigszins maar nu moesten zijn ogen nog die richting opgaan om te zien wat of wie die druk veroorzaakte. Ook hier een weelderige haardos van een brunette maar nu kon hij ook een deel van het gelaat aanschouwen: een profiel van een beeldschone vrouw die heel ontspannen lag te slapen op zijn borst. Een arm lag om zijn middel geslagen en hield hem stevig vast.

Was hij in het paradijs beland, was dit nu de hemel? Was hij dood dan? Voorzichtig kneep hij zich in zijn wang maar dat deed pijn. Hij leefde dus maar waarom was hij nu hier? Ingesloten door 2 bevallige brunettes in een slaapkamer die hij niet kon thuisbrengen. Een schok ging door hem heen. Verdomd, hij was toch getrouwd met een mooie en liefdevolle vrouw en hij woonde hier helemaal niet. En waar waren zijn kinderen, oh my god, wat gebeurde er toch allemaal. Hij voelde zich zeker niet ongemakkelijk en verre van beroerd maar het kwam hem allemaal erg onwennig voor.

Voorzichtig probeerde hij overeind te komen en hij liet het hoofd van de brunette voorzichtig op het kussen naast hem zakken. De arm zat stevig om zijn middel en toen hij probeerde deze ook aan haar kant te leggen hoorde hij een binnensmonds gemompel. Jezus, hij herkende die stem, er schoten allerlei flitsen door zijn hoofd en hij zag een wirwar van gezichten, hoorde gesprekken die hem een geluk makend gevoel gaven en zag nu beide gezichten voor zich. Hij was verliefd op deze vrouwen maar niet zoals de meesten zouden vermoeden. Verliefd op hun persoonlijkheid en humor, op hun warme en eerlijke opmerkingen en op hun innerlijke en uiterlijke schoonheid. Maar hij besefte direct dat zij ook gelukkig getrouwd waren dus waarom lag hij nu hier. Was hij gek geworden?

Voorzichtig liep hij de trap af in dit onbekende huis en beneden aangekomen keek hij om zich heen. Er stonden glazen en flessen die hij nog heel goed kende. Er lag een pakje Marlboro Light en hij nam er een sigaret uit. Voorzichtig ging hij door de achterdeur naar buiten en stak de sigaret aan. Bij het inhaleren kwamen de herinneringen aan de vorige avond en nacht weer naar boven. Het was een en al gezelligheid geweest, ze hadden gekletst en gelachen, gezongen en gehuild. En hij was uiteindelijk samen met hen naar boven gegaan. Hij herinnerde zich nog dat ze gediscussieerd hadden wie en waar zou gaan liggen. Hij in ieder geval in het midden, dat had hij goed bekeken. Welke gezonde vent wil er nu niet tussen 2 bevallige schonen liggen. Ofschoon ze uitgelaten waren door de alcohol kon hij zich niet herinneren dat er iets onbehoorlijks was gebeurd. Dat gevoel had hij zeker niet.
Maar hij kon zich ook niet herinneren hoe hij fysiek hier was beland en al helemaal niet hoe hij hieruit kon geraken. Want waar waren zijn vrouw en kinderen, waar was zijn huis?

Een pijnscheut deed hem weer uit zijn mijmeringen terugkeren, de gloeiende peuk verbrandde zijn vingers. Hij liep weer terug naar het huis en als een robot liep hij naar de keuken waar hij zonder na te hoeven denken een ontbijt ging maken voor de 2 slapende nimfen en zichzelf. Hij pakte een dienblad en liep de trap op. Hij hoorde geroezemoes vanuit de slaapkamer en die stemmen klonken als muziek in zijn oren.
Bij de laatste trede ging het mis, hij verloor zijn evenwicht en viel voorover op de vloer.

Een luide pieptoon drong zijn oren binnen en hij schoot overeind, zijn haar en hoofd waren bezweet. Maar nu in zijn eigen bed en hij drukte snel de wekker uit. Hij was klaarwakker en keek voorzichtig de kamer rond. Dit was heel herkenbaar zijn slaapkamer en hij hoorde stemmen beneden die hij maar al te goed herkende. Hij deed z’n joggingbroek en t-shirt aan en liep naar beneden. Het hondje kwam hem al direct begroeten, kwispelend van blijdschap. In de woonkamer zat z’n gezinnetje en op de tafel stond een dampende mok verse koffie. Enigszins verdwaasd ging hij op de bank zitten en de stemmen van zijn vrouw en kinderen werden gefilterd door een waas van indrukken. De droom speelde nog door zijn hoofd en hij kon die moeilijk verdringen, hij wilde dat ook niet. Daarvoor was die te mooi.

Hij voelde zich gelukkig en bevoorrecht. Hij voelde zich niet schuldig door die droom, een droom is nu eenmaal een droom. Daar heb je geen invloed op en is vaak een verwerking van allerlei indrukken die je hebt opgedaan en waar gevoelens vanzelfsprekend een rol spelen. Nee, het was mooi geweest en hij kon de droom nu ook plaatsen en op zijn waarde inschatten. Van onschatbare waarde!

Hij stapte in de auto en reed naar zijn werk. Bij het passeren van het winkelcentrum viel zijn oog op een groot bord voor de cafetaria. Op het bord stond met grote letters geschreven: “Patatje Pinda vandaag voor maar 1 euro”! Op zijn gezicht verscheen een grote glimlach……………